Medische Encyclopedie
Inhoud
- Wat doet fluorouracil en waarbij gebruik ik het?
- Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
- Mag ik fluorouracil gebruiken met andere medicijnen?
- Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
- Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
- Hoe gebruik ik dit medicijn?
fluorouracil
Fluorouracil, ook wel 5-FU genoemd, is een kankerremmende stof (cytostaticum). Het remt de groei van sommige tumoren.
Artsen schrijven het voor als chemotherapie (chemokuur) bij kanker van de borst, dikke darm, endeldarm, rectum (het laatste deel van de endeldarm), maag, slokdarm, alvleesklier, schaamlippen, blaas, neuskeelholte en huid.
Verder schrijven artsen het voor als crème bij huidaandoeningen, zoals actinische keratose, ziekte van Bowen en bij wratten aan de geslachtsdelen.
Wat doet fluorouracil en waarbij gebruik ik het?
Kanker
Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die fataal kan zijn als men er niets aan doet.
Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.
Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel bevatten dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen, met kanker tot gevolg.
Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.
Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen.
Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan drie kilo per maand).
- Bij kanker van de maag en darmen kan bloed bij de ontlasting ook een aanwijzing zijn. Als de tumor in de buurt van de anus zit, kunt u soms merken dat er rood bloed vermengd is met de ontlasting. Als de tumor hogerop in de darmen of de maag zit, verteert het bloed en ontstaat er een zwarte verkleuring van de ontlasting. Bovendien kunt u ernstige buikklachten krijgen.
- Bij borstkanker kunt u knobbeltjes voelen in de borst, kan de huid indeuken of juist rood en gezwollen zijn, en kan er vocht uit de tepel komen of kan de tepel naar binnen trekken.
- Bij alvleesklierkanker zijn de bijkomende verschijnselen uitstralende buikpijn, geelzucht en jeuk.
- Bij kanker van de schaamlippen merkt u een plekje op de schaamlippen. Dit plekje kan jeuk en irritatie geven en soms bloeden. Het kan pijn doen bij het plassen, zitten of vrijen.
- Bij blaaskanker merkt u soms aanhoudende blaasontsteking, moeilijk kunnen plassen, pijn bij het plassen, bloed in de urine en pijn onder in de buik.
- Bij kanker van de huid merkt u knobbeltjes, ruwe plekken, ontstekingen die niet genezen of huidverkleuringen.
Behandeling
De behandeling hangt af van de soort kanker en het stadium van de ziekte. Operatie, chemotherapie met cytostatica en bestraling zijn de meest voorkomende behandelingsmethoden.
De artsen zullen de tumor eerst met een operatie zo veel mogelijk verwijderen. Daarna is chemotherapie nodig om de door de operatie losgewoelde kankercellen en eventuele uitzaaiingen te bestrijden.
Artsen schrijven fluorouracil voor bij:
- Uitgezaaide borstkanker, vaak in combinatie met andere kankerremmende medicijnen als een kuur.
- Kanker van de dikke darm, de endeldarm en het rectum (het laatste deel van de endeldarm), vaak in combinatie met andere kankerremmende medicijnen als een kuur.
- Maagkanker, slokdarmkanker en alvleesklierkanker.
- Uitgezaaide alvleesklierkanker in combinatie met irinotecan en folinezuur.
- Kanker van de schaamlippen.
- Blaaskanker en kanker van de neuskeelholte.
- Huidkanker.
Effect
Fluorouracil bindt zich aan het DNA in de cellen. De cellen kunnen zich hierdoor niet meer delen. De kanker wordt zo tot staan gebracht. Folinezuur versterkt het effect van fluorouracil. Het kan enkele weken tot maanden duren voor het effect merkbaar wordt.
Overige huidaandoeningen
Fluorouracil wordt toegepast bij verschillende huidaandoeningen. Voorbeelden hiervan zijn actinische keratosen, wratten en huidaandoeningen waarvan bekend is dat ze op den duur kunnen ontaarden in kanker, zoals de ziekte van Bowen.
Ziekte van Bowen
De ziekte van Bowen is een aandoening aan het buitenste laagje van de huid. Het lijkt het meest lijkt op ontstoken eczeem: rood, iets schilferend plekje met een scherpe grens met de gezonde huid. Ook deze plekken komen voornamelijk voor op de aan zonlicht blootgestelde huid.
Omdat het is een voorstadium voor wat een ernstige vorm van huidkanker kan zijn, moet het worden behandeld. De behandeling bestaat uit bevriezing met vloeibare stikstof of het aanbrengen van een crème met fluorouracil.
Lees meer over overige huidaandoeningen . “Actinische keratose
Actinische keratosen zijn huidkleurige tot lichtbruine ruwe eeltachtige plekjes op de huid die meestal ontstaan door jarenlange blootstelling aan zonlicht. De plekjes kunnen enkele millimeters tot enkele centimeters groot zijn en komen voor in het gezicht en op de handruggen. Ze komen vaak voor, de helft van de mensen ouder dan vijftig jaar heeft ze.
Actinische keratose kan in één op de honderd gevallen ontaarden in huidkanker. Als de plekjes veranderen in grootte, gaan ontsteken en pijn gaan doen, is dit een signaal dat kanker is ontstaan. Het is belangrijk om voor die tijd te behandelen.
De behandeling kan bestaan uit bevriezen met vloeibare stikstof, wegschrapen met een scherpe lepel of lichte operatie, verwijderen met een chemische stof (‘peeling’), laserbehandeling of het aanbrengen van een crème met fluorouracil. Door fluorouracil gaat de huid ter plaatse kapot, waardoor een wond ontstaat. De keratose verdwijnt dan na enkele weken.
Lees meer over actinische keratose . “Genitale wratten
Fluorouracil wordt gebruikt bij condylomata acuminata (genitale wratten). Deze wratten bevinden zich vooral rond de anus en op de geslachtsorganen.
De wratten zijn vergroeiingen van de huid, die ontstaan door besmetting met een virus. Het zijn huidkleurige bobbels met een ruw bloemkoolachtig oppervlak. Door seksueel contact kunt u anderen besmetten.
Behandeling
De wratten verdwijnen meestal vanzelf, al kan dat soms meerdere maanden tot 2 jaar duren. In deze periode kunt u anderen besmetten. Daarom moet u bij geslachtsgemeenschap een condoom gebruiken.
Als u de wratten wilt laten behandelen, bijvoorbeeld omdat ze op een lastige plek zitten, kan de arts fluorouracil voorschrijven.
Werking
Fluorouracil remt de groei van de huidcellen en doodt de met virus besmette cellen. Daardoor verdwijnt de wrat.
Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
Bij de crème komen alleen bijwerkingen op de huid voor. Bij de injectievloeistof kunnen meer bijwerkingen op andere plaatsen in het lichaam optreden.
Dit middel heeft een krachtig werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen, maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.
Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de bijwerkingen na de chemokuur geleidelijk over.
De belangrijkste bijwerkingen van de crème kunnen zijn plaatselijke irritatie en overgevoeligheid.
De belangrijkste bijwerkingen van de injectievloeistof kunnen zijn verminderde aanmaak van bloedcellen, maagdarmklachten, ontsteking van de mond en keel, haaruitval, huiduitslag, verkleuring van de huid, pijnlijke, rode, gevoelloze handen en voeten (hand-voet-syndroom), oogklachten, hoofdpijn en zenuwstoornissen.
Bij gebruik van de crème
Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)
Irritatie en een rode huid op de plek waar u dit medicijn smeert. Er kunnen blaasjes ontstaan en de huid kan dunner worden. Deze bijwerkingen horen allemaal bij de behandeling en verdwijnen weer snel als u klaar bent met de behandeling. Vermijd zonlicht en UV-licht.
Soms krijgt u zweren. Door UV-licht (zon, zonnebank, UV-lamp) kunt u meer last krijgen van deze bijwerkingen. Tijdens het gebruik moet u directe blootstelling aan UV-licht vermijden.
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Overgevoeligheid voor de crème. Bijvoorbeeld door het conserveermiddel. U merkt dit aan zwelling, jeuk, huiduitslag.
Een rode huid en korstjes horen bij de werking van dit medicijn en zijn geen teken van overgevoeligheid. Stop daarom niet zomaar met de crème, maar overleg eerst met uw arts.
Misselijkheid, braken, diarree, maagpijn, hoofdpijn en koorts. U kunt deze bijwerkingen krijgen als dit medicijn in uw bloed komt. Bijvoorbeeld als u het per ongeluk op wondjes smeert. Let daarom goed op bij het smeren van de crème.
U kunt ook last krijgen van bijwerkingen op plekken waar de crème per ongeluk komt. Bijvoorbeeld oogklachten als het in de ogen komt of ontsteking van het neusslijmvlies als het in de neus komt.
Bij gebruik van de injectievloeistof
Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)
Meer kans op infecties en bloedingen, zoals bloedneuzen. Dit komt door bijwerkingen in het bloed.
Neem contact op met uw arts bij: onverklaarbare koorts of keelpijn, blaren in de mond en keel, onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedingen en blauwe plekken. Door een tekort aan witte bloedcellen bent u ook gevoeliger voor infecties door virussen, bacteriën of schimmels. Neem altijd contact op met uw arts bij infecties als verkoudheid, keelontsteking, griep, steenpuisten en andere huidinfecties.
Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, maagpijn, brandend maagzuur, winderigheid en minder eetlust. Heeft u last van braken of diarree? Drink dan voldoende. Zo voorkomt u uitdroging.
Deze bijwerkingen komen door ontsteking van de slijmvliezen van uw slokdarm, maag en darmen. Om maagpijn en brandend maagzuur te bestrijden, kan de arts een maagbeschermend middel voorschrijven. Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Soms helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes. Sommige mensen krijgen ernstige diarree.
Heeft u last van diarree of moet u overgeven? Zorg dat u extra drinkt. Dan droogt u niet uit. Neem contact op met uw arts als u behalve uw normale ontlasting vier keer of vaker per dag dunne ontlasting heeft of als u ook 's nachts diarree heeft. Soms is het nodig om uitdroging te voorkomen met geneesmiddelen of een vochtinfuus. Moet u vaker dan één keer per dag braken? Waarschuw dan uw arts.
Pijnlijke mond, tong of keel. Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond en keel.
Vaak ontstaan eerst blaasjes op de onderlip. Soms ontstaat later een vuurrode kleur van de slijmvliezen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen, tijdens en direct na de chemotherapie. Tijdens de chemokuur kunnen ingrepen aan uw gebit of in uw mond de klachten verergeren. Daarom is het verstandig vóór u aan de chemokuur begint, uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling.
Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)
Vermoeid zijn, een zwak gevoel
Bloedarmoede, u merkt dat onder andere aan een extreme vermoeidheid, een bleke huid en slijmvliezen. Raadpleeg dan uw arts.
Haaruitval en kaalheid.
Ook uw wenkbrauwen, wimpers, oksel- en schaamhaar kunnen uitvallen. Na de behandeling zal uw haar na ongeveer een maand weer gaan groeien.
Hand-voet-syndroom. Hierbij raken de handen en voeten rood en gezwollen. Uw handen en voeten kunnen dan pijn gaan doen, branderig aanvoelen of gaan kloven, blaren of vervellen. Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts.
Onvruchtbaarheid of verminderde vruchtbaarheid.
- Bij vrouwen kan fluorouracil de geslachtshormonen beïnvloeden. Hierdoor raakt de menstruatie verstoord of begint de overgang eerder. De menstruatie kan uitblijven, langer duren of er kunnen tussentijdse bloedingen optreden.
- Bij sommige mannen kan de vorming van zaadcellen stoppen, waardoor zij onvruchtbaar worden. Bespreek met uw arts de mogelijkheid om zaadcellen te laten invriezen voor u met de behandeling start.
- Kinderen, zowel jongens als meisjes, kunnen blijvend onvruchtbaar worden, omdat fluorouracil de ontwikkeling van de geslachtsorganen kan verstoren. Ook kan de puberteit eerder of juist later komen.
Benauwdheid
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
Hartaandoeningen, zoals pijn op de borst bij inspanning, hartritmestoornissen en zeer zelden hartfalen of een hartaanval. Houd u vocht vast (dikke enkels)? Of krijgt u last van hartkloppingen of pijn op de borst? Raadpleeg dan uw arts.
U kunt ook zeer zelden last krijgen van lage bloeddruk. Dan kunt u bijvoorbeeld duizelig worden.
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Oogklachten, zoals oogirritatie, tranende ogen, wazig zien, dubbelzien, onscherp zien, overgevoeligheid voor licht, rode en gezwollen ogen en oogleden, plakkerige afscheiding, jeuk of een branderig gevoel. Raadpleeg uw arts als u dit merkt.
Hoofdpijn en duizeligheid
Droge huid, nagelproblemen en huiduitslag, met name bultjes op armen en benen, jeuk, huidverkleuring, vooral nadat u in de zon bent geweest.
Bewegingsstoornissen. De bijwerkingen kunnen lijken op de verschijnselen van de ziekte van Parkinson: stijve spieren, beven, moeite met lopen of praten, rusteloosheid en plotselinge spiertrekkingen. Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts.
Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag of jeuk. In zeldzame gevallen ontstaat een ernstige overgevoeligheid met benauwdheid, pijn op de borst, koude rillingen, zweten, flauwvallen of zwelling van het gezicht, mond of tong. Uw arts zal u tijdens het infuus of de injectie goed controleren.
Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden
Uitleg frequenties
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen
Mag ik fluorouracil gebruiken met andere medicijnen?
Fluorouracil crème
Van dit middel zijn geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.
Fluorouracil injectievloeistof
Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.
- Vaccins. Meld altijd aan de arts dat u fluorouracil gebruikt. Dit middel kan de werkzaamheid van sommige soorten vaccins verminderen en de kans op bijwerkingen door de vaccins vergroten. Overleg met uw apotheker of arts als u moet worden gevaccineerd.
- Dit middel kan de bijwerkingen van het anti-epilepsiemiddel fenytoïne versterken. Raadpleeg uw arts als u last krijgt van coördinatiestoornissen, spraakstoornissen en extreme slaperigheid.
- Foliumzuur. Foliumzuur kan de bijwerkingen van fluorouracil versterken. Gebruik bij voorkeur geen foliumzuur. Moet u toch foliumzuur gebruiken? Overleg dan hierover met uw arts of apotheker.
- Metronidazol, een middel tegen infecties. Dit middel versterkt de bijwerkingen van fluorouracil, vooral op het bloed. Als een ander middel tegen infecties niet mogelijk is, zal de arts het bloed vaker laten controleren.
- De bloedverdunners acenocoumarol en fenprocoumon. Fluorouracil kan de werking van bloedverdunners versterken. Meld de trombosedienst dat u dit medicijn gebruikt of als de dosering hiervan wijzigt.
Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.
Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
autorijden?
Ja, dat kan. Dit medicijn heeft geen invloed op hoe goed u kunt autorijden.
alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van het maagdarmkanaal. Hierdoor heeft u meer kans op bijwerkingen op de maag en de darmen. Drink daarom liever geen alcohol tijdens de chemokuur, zolang u last heeft van uw maag en darmen.
alles eten?
U kunt alles wat uw maag verdraagt eten. Bepaalde soorten voedsel zijn echter af te raden als u last heeft van uw maag.
Op deze site kunt u onder ‘Klachten & ziektes’, ‘Maagklachten’ adviezen vinden voor mensen met maagklachten.
Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
Zwangerschap
U mag dit medicijn NIET gebruiken als u zwanger bent. Er is een grote kans dat het een aangeboren afwijkingen bij het kind veroorzaakt. U mag tijdens de behandeling en tot 6 maanden daarna niet zwanger worden. Ook als u dit medicijn alleen op uw huid smeert. Gebruik daarom goede anticonceptie tijdens deze periode.
Borstvoeding
Injectievloeistof
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn moet gebruiken. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt, maar voor baby’s is dit medicijn zeer schadelijk.
Crème
- Gebruikt u de crème voor een lange tijd, op een groot huidoppervlak, op beschadigde huid of gebruikt u grote hoeveelheden? Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn moet gebruiken. Dit medicijn komt via uw huid in zeer kleine hoeveelheden in uw bloed. Bij gebruik op een beschadigde huid kan er meer in het bloed komen. Dit is slecht voor de baby.
- Gebruikt u de crème voor een korte tijd op een klein huidoppervlak? U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Dit medicijn komt via uw huid in zeer kleine hoeveelheden in uw bloed. Hierdoor kan er maar weinig in de moedermelk komen.
Heeft u dit medicijn op of rond de tepel gesmeerd? Maak voor de borstvoeding de tepel dan schoon met (afgekoeld gekookt) water.
Hoe gebruik ik dit medicijn?
Hoe?
Injectievloeistof
U kunt dit medicijn krijgen als chemokuur. Dan krijgt u het via een injectie of met een infuus.
U krijgt dit medicijn meestal in het ziekenhuis of in de polikliniek door een gespecialiseerde verpleegkundige.
Krijgt u dit medicijn thuis toegediend door de verpleegkundige? U zult merken dat de verpleegkundige zo hygiënisch mogelijk zal werken. Zo komen de verpleegkundige en uw huisgenoten niet in contact komen met het medicijn. De verpleegkundige werkt vaak zo:
- Handen wassen voor en na het klaarmaken en toedienen van dit medicijn.
- Het gebruiken van wegwerpmatjes om morsen te voorkomen.
- Het gebruiken van wegwerpdoekjes om gemorst materiaal op te nemen.
- Alle gebruikte spuiten en naalden gaan in een speciale kunststof afvalcontainer (deze kunt u bij de apotheek verkrijgen, een volle container is hier in te leveren).
Alle andere gebruikte materialen gaan in een dubbele afvalzak en kunt u met het huisvuil weggooien. Zorg ervoor dat kinderen niet bij de afvalzak kunnen komen!
Crème
- Breng de crème in een dunne laag aan op de plekken.
- Breng de crème NIET aan op open wondjes. U heeft dan namelijk meer kans op bijwerkingen.
- Soms moet u de ingesmeerde plekken afdekken met verband. Dit maakt het effect van het medicijn sterker. Uw arts vertelt of u de ingesmeerde plekken moet afdekken.
- Bij aanbrengen op plekken in de buurt van ogen, neus en mond: laat de crème niet in ogen, neus of mond komen. Mocht dit wel gebeuren, spoel zo snel mogelijk met veel water.
- Knoei niet met de crème. Laat de crème niet op andere huidgedeelten komen dan de bedoeling is. Mocht dit wel gebeuren, spoel dan zo snel mogelijk af met veel water.
- Voorkom ook dat uw huisgenoten er mee in aanraking kunnen komen. Komen anderen toch met dit medicijn in contact? Raad ze dan aan zich meteen af te spoelen met veel water en als het kan met zeep. Zo wordt de kans minder dat ze bijwerkingen krijgen door het medicijn.
- Was uw handen daarna met water en zeep. Ook kunt u voor het aanbrengen plastic handschoenen of een ‘vingercondoom’ gebruiken. Dit is een hoesje dat u over de vinger aanbrengt. Het is te krijgen in uw apotheek.
Wanneer?
Injectievloeistof
Per soort kanker is er een ander type behandeling met een ander toedieningsschema. Uw arts bepaalt dit voor iedere patiënt apart.
Crème
U smeert de crème 1 of 2 keer op een dag. Smeert u 2 keer op een dag? Smeer dan de crème in de ochtend en in de avond.
Zorg ervoor dat u na aanbrengen de crème niet meteen afwast. Zo kan de crème zijn werking doen.
Bescherm de ingesmeerde plekken tegen zonlicht. Door zonlicht (UV-licht) kunt u meer last krijgen van de bijwerkingen. Vermijd zoveel mogelijk direct zonlicht, met name tussen 10.00 en 15.00 uur. Draag daarnaast beschermende kleding, zoals een hoed of zonnebril, en ga niet onder de zonnebank.
Hoe lang?
Kanker
Meestal gebruikt u dit medicijn gedurende een of meerdere dagen, waarna een pauze volgt, bijvoorbeeld van enkele weken. Deze cyclus moet u meestal een aantal keer herhalen. Het is afhankelijk van de soort kanker hoe lang en hoe vaak u dit medicijn moet gebruiken.
Huidaandoeningen
Meestal gebruikt u de crème 3 of 4 weken, maar soms ook langer. De eerste weken ziet de huid er vaak juist slechter uit. Dit is normaal. Toch moet u dan de crème blijven gebruiken, zolang de arts heeft aangegeven. Na twee tot vier weken herstelt de huid zich.
Wat te doen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel?
Injectievloeistof
Voor uw directe omgeving, zoals huisgenoten, is het verstandig contact te vermijden met uw lichaamsvloeistoffen. Dit betekent niet dat aanraken of zoenen verboden is. Het gaat alleen om maatregelen om niet in aanraking te komen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel, omdat het geneesmiddel hierin aanwezig is. Neem tot twee dagen na de laatste dosering de volgende maatregelen.
- Was uw handen na elk toiletbezoek. Mannen kunnen het best zittend plassen, om spatten te voorkomen.
- Spoel na gebruik van het toilet 2 keer achter elkaar door, met het wc-deksel dicht. Zo voorkomt u spatten. Maak het toilet elke dag schoon.
- Komt u in contact met lichaamsvloeistoffen, bijvoorbeeld bij schoonmaken? Gebruik dan wegwerphandschoenen.
- Zit er urine, ontlasting, bloed of braaksel of uw kleding of beddengoed? Doe ze dan meteen in de wasmachine. Was ze niet samen met ander wasgoed. Kunt u ze niet meteen wassen? Bewaar ze dan in een afgesloten plastic zak.
- U kunt resten van urine, ontlasting en braaksel opruimen met een wegwerpmatje of keukenpapier. Gooi ze daarna weg in een dubbele afvalzak. Maak de plek daarna eventueel schoon met een sopje. Spoel het sopje door het toilet.
- Bloed en wondvocht kunnen resten van het medicijn bevatten. Doe daarom verband, gaasjes en ander wegwerpmateriaal in een dubbele afvalzak.
- Ook sperma en vaginale uitscheiding kunnen resten van dit medicijn bevatten. Gebruik een condoom en/of een beflapje. Deze kunt u weggooien in een dubbele afvalzak.
- Wilt u meer weten? Bekijk dan de adviezen op kanker.nl.